...

Wat hebben een labrador en een labradoodle met elkaar gemeen?

Zowel de labrador als de labradoodle zijn razend populair onder hondenliefhebbers en dat is niet zo gek. Ze zijn sociaal, slim en echte gezinshonden die het heerlijk vinden om onderdeel van het dagelijks leven te zijn. Dus of je nu met ze op pad gaat naar het bos, op de bank hangt of een spelletje speelt in de tuin, ze doen overal enthousiast mee. Ze delen niet alleen een deel van hun naam, maar ook een flinke dosis karaktereigenschappen zoals vriendelijkheid, trouw en een hoge aaibaarheidsfactor. Toch zijn er ook genoeg verschillen die handig zijn om te kennen als je twijfelt tussen deze twee rassen. Denk aan het energieniveau, de vachtverzorging en zelfs het uiterlijk, want daar kunnen ze behoorlijk van elkaar verschillen. Het is dus slim om goed te kijken naar wat jij zoekt in een hond, zodat je weet welke beter bij jouw leven past.

Achtergrond

De labrador is een echte allemansvriend. Hij werd ooit gefokt om vissers te helpen in Canada, maar is inmiddels vooral een relaxte, trouwe metgezel in huis. De labradoodle, een kruising tussen een labrador en een poedel, werd juist bedacht om een hulphond te creëren die ook geschikt zou zijn voor mensen met een allergie. Dat idee sloeg aan en het ras groeide snel in populariteit. Labradoodles zijn vaak iets energiekere types, met een tikje eigenwijsheid erbij. Slim zijn ze sowieso, dus een beetje uitdaging is geen overbodige luxe.

Labrador, Hond, Zoogdier, Dier

Karakter

Qua karakter lijken ze in de basis best op elkaar: sociaal, vriendelijk en gek op gezelschap. Ze doen het goed met kinderen en passen zich makkelijk aan. Toch is de energie bij sommige labradoodles net wat hoger, zeker als ze veel poedeltrekjes hebben. Dat zie je ook terug bij andere kruisingen met poedels, zoals de Maltipoo. Die kleine mix van maltezer en poedel is qua formaat wel anders, maar qua pit en slimheid verrassend vergelijkbaar met z’n grotere neef. Het zijn allemaal honden die houden van aandacht én actie.

Vacht en verzorging

Wat uiterlijk betreft is de labrador wat voorspelbaarder: korte, dichte vacht in zwart, geel of bruin, weinig poespas maar wel flink wat losse haren. Bij een labradoodle weet je het nooit helemaal van tevoren. Die kan een golvende, pluizige vacht hebben of juist een volle bos krullen. Hoe meer krullen, hoe meer verzorging. Borstelen, trimmen en regelmatig wassen horen er dan echt bij.

Beweging en uitdaging

Beweging hebben ze allebei nodig. Geen van deze rassen is geschikt voor een leven op de bank. Wandelen, rennen, spelen, zwemmen – ze doen het allemaal graag. Vergeet ook het mentale stuk niet, zeker bij de slimme types. Een beetje denkwerk in de vorm van spelletjes of opdrachten houdt ze tevreden en voorkomt sloopgedrag.

Welke past het beste bij jou?

Kies je voor een labrador of een labradoodle, dan kies je sowieso voor een trouwe, vrolijke huisgenoot. Het is vooral de vraag wat jij zelf belangrijk vindt. Wil je minder vachtverzorging en een stabiele, relaxte hond, dan zit je met een labrador goed. Zoek je wat meer energie, een zachte vacht (die misschien wat minder verhaart) en een tikkie eigenwijsheid, dan is de labradoodle misschien meer jouw type.